Carillon

De Hemonybeiaard te Middelstum

Het carillon van Middelstum geldt als een van de fraaiste Hemonybeiaarden ter wereld. Van de 30 instrumenten die van de gebroeders Hemony bewaard zijn gebleven, is die van Middelstum het meest gave instrument. De 17de-eeuwse beiaard moet als een twee-eenheid worden opgevat. Dat instrument bestond uit een speeltrommel voor de vooraankondiging van de uurslag (voorslagh) en het handspel als bekroning van het instrument (beyerwerck). De uurwerkmaker onderhandelde met de klokkengieter over de levering van de klokken en richtte vervolgens het instrument in. Uiteraard moest de speeltrommel door een uurwerk worden aangestuurd, maar meestal was dat al in de toren aanwezig. In Middelstum kwam de speeltrommel pas in de 19de eeuw. Het is uitzonderlijk dat de beiaard in de 17de eeuw alleen met het handspel is uitgevoerd. De beiaard is tijdens de restauratie van 1996-1997 teruggebracht in de 17de-eeuwse stijl. Dat wil zeggen dat 17de-eeuwse principes over ophanging, tractuur en stokkenklavier zijn toegepast.

Geertruida Alberda

Geertruida Alberda

In 1660 vindt een ingrijpende wijziging aan de toren plaats. Er wordt een koepelspitsje gebouwd ten behoeve van een later te plaatsen beiaard. Deze wordt in 1662 door de beroemde klokkengieter François Hemony geleverd. Het is onduidelijk waarom Joan Lewe, op wie de collatie van de kerk was overgedragen, een beiaard heeft besteld. Er is geen contract bewaard gebleven en veel van het archief van Lewe is verloren gegaan. Het volksverhaal wil dat de bewoners van het dorp mochten kiezen tussen een rechte weg naar Groningen of een beiaard van de beroemde klokkengieter Hemony. Dit als cadeautje van Lewe na de Vrede van Münster (1648). Lewe was in dat jaar immers met Geertruida Alberda getrouwd en inmiddels een vooraanstaand man. Lid van Gedeputeerde Staten van Groningen, lid der Staten Generaal, lid van Hoge Justitiekamer van stad en lande en curator der Hogeschool. Hoe het werkelijk is gegaan zal wel nooit meer te achterhalen zijn. Jonkheer Lewe had het collatierecht geërfd, een van de heerlijke rechten van de adel, waardoor ze niet alleen de dominee en de schoolmeester mochten benoemen, maar ook belast waren met het beheer van het gebouw. Zo werden ook de herenbanken, de preekstoel en het avondmaalszilver door de familie Lewe geschonken.

Joan Lewe

Joan Lewe

Uitzonderlijk is dat de Middelstumer Hemonyklokken met leeuwenkopjes zijn uitgevoerd. Vanaf een bepaalde grootte hebben Hemonyklokken niet meer een kroon maar een ophangoog, aan weerszijden voorzien van adelaarskopjes. In Middelstum zijn dit leeuwenkopjes. De gedachte dringt zich op dat die op speciaal verzoek van de familie Lewe zijn aangebracht.

Verder was het gebruikelijk dat de gieter zijn naam (in het Latijn) op de klok schreef: FRANCISCVS HEMONY ME FECIT AMSTELODAMI ANNO DNI 1661: (François Hemony heeft mij gemaakt in het Jaar des Heren 1661). Op de grootste klokken staan psalmteksten in het Latijn, zoals: CANTATE DOMINUM, CANTICUM NOVUM, CANTATE DOMINO OMNIS TERRA. (Zingt de Here een nieuw lied, zingt de Here, gij ganse aarde) . 17de-Eeuwse beiaarden werden het liefst zichtbaar opgehangen. Het was immers het sieraad van de stad. Niet alleen voor het oor, maar ook voor het oog. Als een lantaarn aanwezig was, werden de klokken aan brugstaven gemonteerd. De grootste klok hing dan aan het plafond en de kleinere klokken in ringen eromheen. Deze toestand is bij de laatste restauratie in ere hersteld.

De eerste bespeler van het instrument was Wyger Pieters Sytsema, die ook schoolmeester en koster van de kerk was. Naar hem is in Middelstum de basisschool genoemd. Ook is een bronzen beeld aan hem gewijd. De beiaard werd op woensdagmorgen van 11.00-12.00 uur bespeeld en ‘s zondags een kwartier voor aanvang van de dienst. Dit gebruik hield tot 1855 stand. In 1853 had de kerkvoogdij besloten tot aanschaf van een speeltrommel en kwam het handspel te vervallen.

Terugplaatsen van de klokken na de oorlog.

Terugplaatsen van de klokken na de oorlog.

Op 24 en 25 februari 1943 worden de klokken uit de toren verwijderd om omgesmolten te worden voor de oorlogsindustrie. Hoewel men het plan had de klokken te verbergen, mislukte dit en werd het carillon eerder weggevoerd dan aanvankelijk werd gedacht. Toch kon het na de oorlog in Giethoorn worden teruggevonden. Op 24 april 1946 worden de klokken feestelijk teruggeplaatst. In 1949 is het handspel weer in ere hersteld. Op 22 juni 1949 wordt er weer voor het eerst op gespeeld. Het carillon is dan uitgebreid met 7 klokken van Eijsbouts, waaronder één klok als geschenk van evacués uit Venlo.

  1. Mijn klank / zegt dank / Venlo / A° MDCCCCXLV
  2. Laura Lane / U.S.A. / 1948
  3. Fam. Dethmers / 1948
  4. Fam. Vinhuizen / 1948
  5. Fam. Kooi / 1948
  6. J.S. Goldhoorn / U.S.A. / 1948
  7. Fam. Wiersema en Eendhuizen / 1948
De Hemonybeiaard te Middelstum5

Eijsboutsklok uit 1948

Het is de eerste restauratieklus voor dr. André Lehr (1929-2007) die na de oorlog als campanoloog bij de firma Eijsbouts kwam te werken. Hij heeft veel onderzoek naar het instrument verricht. Ook bleek toen dat de klokken vrijwel ongerept bewaard waren gebleven en niet de catastrofale invloed van de luchtverontreiniging hadden ondervonden als bijvoorbeeld de Hemonycarillons in het westen van het land.

De naoorlogse periode is een bloeitijd voor de beiaardcultuur. Nieuwe ontwikkelingen, nieuwe technieken buitelen over elkaar heen. Al in 1960 wordt de installatie van 1949 totaal vernieuwd. De klokken worden in rijen geplaatst. In tuimelrekken worden tuimelklepels geplaatst (het zogeheten easy-systeem) waardoor een nauwkeuriger aanslag mogelijk moest zijn. Alleen de acht grootste klokken hangen dan nog in de vensters van de lantaarn, inclusief de zwaarste klok, die voorheen in het midden van de lantaarn hing. In 1994 wordt geconstateerd dat de klepelogen (uit 1961) roestvorming vertonen. Dit zou rampzalige gevolgen kunnen hebben voor de klokken. Ook de middenbouten zouden immers verroest kunnen zijn en daardoor zou spanning in de klok kunnen ontstaan. Beiaardier Derk Smit trekt bij de kerkvoogdij aan de bel en deze legt alles plat. Wie wil immers de geschiedenis ingaan als beiaardier die niet op tijd heeft gewaarschuwd als blijkt dat verroeste bouten ontoelaatbare spanning in de koppen van de klokken hebben veroorzaakt. Gelukkig was het niet te laat en kon de restauratie worden ingezet.

Techniek.

Het broeksysteem

Het broeksysteem

De beiaard is ingericht met een zogenaamd broeksysteem. Dit is een eenvoudig dradenstelsel tussen de toets en de klepel. Dit was voor 17e-eeuwse beiaarden de gebruikelijke manier van inrichten. Het klavier is een reconstructie van een zogeheten oud- Hollands klavier. Dat is een klavier met grote diepgang van de toetsen (standaard is 5 cm, Middelstum is 8 cm) en met een orgelpedaal. Dit vereist een andere manier van spelen en maar weinig beiaardiers zijn die kunst machtig, dit omdat er maar een paar van dit soort klavieren in Nederland zijn.

Het nieuwe klavier

Het nieuwe klavier

Beiaardiers.

1662-1689 Wyger Pieters Sytsema
1689-1690 Tidde Wygers Sytsema
1691-1694 Egbert Bazuin
1694-1722 Aike Eltjes
1722-1732 Eltje Aikens
1732-1765 Gerhardus Nanninga
1765-1798 Harmannus Pieters Westerhof
1799-1838 Wolbert Reinders Visscher
1838-1875 A. Schuurmans
1875-1925 Eildert Drenth
1949- ca. 1959 Piet Zwart jr.
1970-1995 Derk Smit
1996-heden Henk Veldman

(tot 1925 was de beiaardier ook organist, schoolmeester, koster en voorlezer).

Elke eerste zondag van de maand bespeeld onze beiaardier Henk Veldman het Hemonycarillon, tussen 2 en 3 uur. Tevens kunt u dan vanaf half twee een kijkje in de toren nemen. Er is dan iemand van Commissie aanwezig om uitleg te geven.
Het hele verhaal in .pdf vorm klik op de link hieronder
Restauratie van de Hemonybeiaard